CURSUS R statistic

 

 

Staafdiagram ordinale variabele.

Zorg dat je het databestand geattached hebt.

> attach(DataWoonwensenStudenten)

Een staafdiagram maak je op basis van een tabel.
De volgorde speelt van de waarden speelt bij een ordinale variabele altijd een rol. In de grafieken zorg je daarom altijd dat de waarden op de x-as in gesorteerde volgorde staan. Dit gebeurt automatisch als je de waarden van de ordinale variabele nummert, b.v "1 Zeer tevreden". Van tevoren denk je na of je absolute, relatieve of cumulatieve waarden in je grafiek wilt hebben.

Als voorbeeld zullen we deze drie grafieken maken voor de variabele "Reistijd".

Allereerst beginnen we met drie tabellen te maken waarin de absolute aantallen staan, de relatieve en cumulatieve. Definieer de tabellen als volgt:

> FRtableReistijd=table(Reistijd)

De inhoud van deze tabel is:

Wil je percentages i.p.v. van waarden gebruik dan de "prop.table" functie op de zojuist aangemaakte tabel.

> PERTableReistijd=prop.table(FRtableReistijd)

De inhoud van deze tabel is:

Wil je de percentages cumuleren gebruik dan de "cumsum" functie als volgt

> CUMTableReistijd=cumsum(PERTableReistijd)

Resultaat:

De functie om een Staafdiagram te maken is barplot. In onderstaande zie je de desbetreffende staafdiagrammen met daaronder het commando om het staafdiagram te maken.

Je moet twee keer kijken om te zien welke grafiek bij welke variabele tabel hoort. Dit komt omdat er geen titels of legenda bij staan. Deze kunnen we opnemen in het barplot commando en wel als volgt:

> barplot(FRtableReistijd,main = "Staafdiagram van de reistijd",xlab = "Reistijd", ylab = "Aantal",las=1)

Het resultaat is:

Of de grafiek met cumulatieve percentages:

> barplot(CUMTableReistijd,main = "Staafdiagram van de cumulatieve reistijd",xlab = "Reistijd", ylab = "percentages",las=1)